-
1 оказывать помощь
vgener. bijstand verlenen, hulp bieden, hulp verlenen, steun bieden aan, steun verlenen aan -
2 lend
v. lenen, uitlenen; verlenen; toevoegen; bijdragen; geven; helpen2 verlenen ⇒ schenken, geven♦voorbeelden:2 lend colour/dignity to • kleur/waardigheid verlenen aanlend support to • steun verlenen aan -
3 lend support to
-
4 prêter
prêter [prettee]1 aanleiding geven (tot) ⇒ reden geven (tot), stof opleveren (voor)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verschaffen ⇒ geven, verlenen, schenken♦voorbeelden:1 prêter son aide, son appui à qn. • iemand hulp, steun verlenenprêter le flanc à la critique • zich blootstellen aan kritiekprêter la main, les mains à qn. • iemand een handje helpenprêter l'oreille • luisteren, het oor lenenprêter serment • een eed afleggenprêter à la petite semaine • geld lenen tegen woekerrente op korte termijn→ richev2) rekken [stof]3) (uit)lenen4) geven, verlenen5) toeschrijven -
5 mentoring
n. handeling om zorg en steun aan een andere persoon te verlenen (over het algemeen jonger en minder in opleiding)
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский